Goochelen met getallen

Op het bord staan cijfers en getallen. Daar kun je van alles mee doen
Optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Handig hoor, dat
goochelen met getallen!

Er bestaan ook veel liedjes met getalen: de zevensprong, drie maal drie
is negen, bedenk er zelf ook maar eens een paar.
Sommige getallen betekenen iets bijzonders:
elf noemen we het gekkengetal,
dertien het ongeluksgetal. Op vrijdag de dertiende mag
je niet onder een ladder doorlopen, zeggen de mensen dan!
Onzin natuurlijk!

In de Bijbel worden ook veel getallen gebruikt:
5 broden en 2 vissen
de 10 geboden,
Jezus had 12 leerlingen,
We noemen God weleens:
de Heilige Drie-eenheid. Vader, Zoon en Heilige Geest.
Jezus bleef 40 dagen in de woestijn, om te vasten.
Ook wij vasten 40 dagen.
Enz. enz.

Er staan ook heel veel getallen in het laatste bijbelboek,
de openbaring, dit is geschreven door de apostel Johannes.
Hieronder staat in het kort een stukje ervan:

De apostel Johannes droomde van een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde. Hoe zou de aarde eruit
zien, als er geen lijden en verdriet meer zou zijn?
Er zou ook een nieuwe stad Jeruzalem zijn.
Zo zou die stad eruit zien? dacht Johannes:

Die stad was net een kristalhelder juweel, zo mooi!
Er was een hele hoge muur omheen.
In die muur waren twaalf poorten en bij elke poort stonden
twaalf engelen. Op elke poort stond een naam.
Het waren de namen van de twaalf stammen van Israël.
Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden, drie op
het zuiden en drie op het westen.
En de stadsmuur was gebouwd op twaalf grote grondstenen
en daarop stonden de namen van de twaalf leerlingen van Jezus.
Toen gingen we de stad opmeten: met een gouden meetstok.
De stad was gebouwd als een vierkant. Ze was even lang als breed.
Ze was twaalfduizend meter lang. Twaalfduizend meter breed.
De muur van de stad was honderd-vier-en-veertig meter hoog!
De muur was gebouwd van jaspis, een soort edelsteen.
De stad zelf was van zuiver goud en fonkelde als kristal.
De grondstenen van de stadsmuur waren gemaakt
van allerlei soorten edelgesteente.
De eerste was van jaspis,
de tweede van saffier,
de derde van chalcedon,
de vierde van smaragd,
de vijfde van onyx,
de zesde van karneool,
de zevende van chrysoliet,
de achtste van beril,
de negende van topaas,
de tiende van chrysopraas,
de elfde van hyacinth,
en de twaalfde van ametist.
En de poorten waren twaalf parels. Elke poort was gemaakt van één enkele parel.
En de straten van de stad waren ook van goud, doorzichtig als glas.